Mijn tweede DNF

Over te vroeg pieken, blessureleed, niet finishen en puzzelstukjes die niet meer passen!

In maart besloot ik, na het lezen van het boek “Het hoofd weegt zwaarder dan de benen” van Olivier Verhaege, om mij in te schrijven voor mijn eerste 100 kilometer wedstrijd. Toen liep alles nog op rolletjes maar het zou anders gaan dan gedacht.

Te vroeg pieken
Waar ik in aanloop naar mijn marathons altijd precies op het juiste moment piek bleek ik nu veel te vroeg te pieken. In april ging de loopjes verder en beter en voelde ik me ook steeds beter worden. De maandelijkse kilometers bleven maar oplopen. De mooiste loop was wel de 3 rondjes N70 trail die ik eind april spelenderwijs liep. 6 Mei liep ik nog een snelle 30-er, 2 dagen daarna een marathon binnen de 4 uur en een week later nog eens een 50 km. 2 Dagen na deze 50 kilometer nog een laatste snelle 25 kilometerloop. Deze 3 weken waren achteraf gezien mijn piekweken. Hier kwam ik natuurlijk pas later achter.
Hierna kon ik nog wel mijn loopjes blijven doen om de maand mei af te sluiten met een totaal aan 620 gelopen kilometers. Een gemiddelde van 20 kilometer per dag. Dit bleek te veel van het goed.

Blessureleed
Na mei ging het steeds moeizamer met lopen. Ik kreeg steeds meer pijntjes die niet echt weg wilden gaan. Meerdere bezoeken aan de fysio loste een gedeelte van de pijntjes op maar niet mijn terugkerende blessure. Net zoals een paar jaar geleden bleef de linker kuit en achillespees opspelen. Mijn loopjes werden korten, een stuk langzamer en pijnlijker. Op 21 juni was mijn runstreak dag 588, de laatste runstreak dag. Ik vond het wel mooi geweest. Fysiek toe aan looprust, door blijven lopen op deze manier zou de blessures alleen maar erger maken.
De weken hierna pakte ik het mountainbiken weer op zodat ik conditioneel niet zou hoeven in te leveren. Lopen deed ik nog wel maar veel minder en vooral korter.
De blessure bleef maar zeuren. Op sommige dagen dacht ik dat ik op de weg terug was maar een paar dagen later bleek weer precies het tegenovergestelde. Op deze manier bleef ik doormodderen tot 11 september, de 100 kilometer van Winschoten.

Klaar voor de start

Mijn tweede DNF (Did Not Finish)
Op vrijdag 10 september waren we al richting Winschoten vertrokken zodat we in alle rust mijn startnummer op konden halen en om de startlocatie te verkennen. Een paar kilometer verderop hadden we een B&B geregeld. ’s Nachts ondanks de racespanning redelijk goed geslapen. Na een goed ontbijt richting Winschoten vertrokken en op ons gemak naar de start begeven.
Om 9 uur eindelijk het langverwachte startschot. Ik had geen idee hoe het zou gaan. Ik hoopte dat de basis goed zou zijn en ik op een aangepast tempo de race zou kunnen volbrengen. Het grote voordeel van dit evenement is dat je 10 rondes van elk 10 kilometer loopt. Hierdoor kon Gretha, samen met Cooper, in de verzorgingszone plaats nemen zodat zij mij van de nodige spullen kon voorzien. De eerste 2 rondes gingen zoals ik hoopte dat het zou gaan. Ik was niet te snel vertrokken, waar ik wel bang voor was. De benen en de blessure voelden goed. Hoe langer ik liep hoe minder ik voelde van de blessure. Na de tweede ronde (20 kilometer) stopte ik heel even bij Gretha, de eerste ronde was ik nog doorgelopen. Even een paar minuten bijkomen en weer door.

Nog steeds vol goede moed

De derde ronde voelde nog steeds goed. Bij het verzorgingspunt even iets meer rust genoten voordat ik aan ronde 4 begon. Langzaam maar zeker begonnen de benen vermoeider te worden. Dit was eerder dan gedacht. Ik hoopte dat dit door het lage tempo pas veel later ging komen. Na de 4 ronde gaf ik Gretha al aan dat finishen er niet in zou zitten maar dat ik door zou gaan zolang ik kon. Na een broodje gegeten te hebben mijzelf weer op gang getrokken. Deze vijfde ronde bleek mijn laatste ronde te worden. Alle kracht begon uit mijn benen weg te vloeien, de benen voelden steeds pijnlijker en ik moest steeds vaker een stuk wandelen.
Op het laatste rechte stuk was het voor mij duidelijk, na het voltooien van deze ronde zou ik er mee stoppen. Geen makkelijke beslissing want opgeven is niet iets voor mij maar doorlopen zou niet verstandig zijn. Dan zou ik mezelf kapot gaan lopen en dat was het ook niet waard. Na mijn eerste Zestig van Texel is dit pas mijn tweede DNF, dus ik mag niet klagen.

De eerste 30km in een steady pace
De laatste 20km

Als de puzzel langzaam uit elkaar valt
Voor een 100 kilometer wedstrijd moeten alle puzzelstukken precies passen. De puzzel was begin mei gelegd en viel toen stukje bij beetje uit elkaar. Ook hiervan heb ik weer geleerd. Voorbereiden voor een ultrarun is toch weer heel anders dan voor een (halve) marathon. Deze kennis neem ik mee naar volgend jaar en heb al 2 nieuwe doelen voor ogen.

Na 50km was het op

Onderzoek naar het ushersyndroom
Ik had 2 doelen gesteld, de 100 kilometer finishen en proberen om (minimaal) 2.000 euro op te halen voor onderzoek naar het Ushersyndroom. Bij te weinig mensen is deze aandoening bekend en met mijn actie wilde ik hier meer aandacht voor vragen. Het is geen levensbedreigende ziekte maar met deze aandoening verlies je wel 2 hele belangrijke zintuigen, namelijk zicht en gehoor. Inmiddels zit ik ruim boven de 2.000 euro en gaat het zelfs richting de 2.500 euro. Dit maakt de teleurstelling van het niet finishen van de 100 kilometer helemaal goed.
Ik ben iedereen heel erg dankbaar die de afgelopen maanden een donatie gedaan hebben, ongeacht het bedrag. Elke bijdrage helpt de stichting Ushersyndroom met het vinden van een medicijn of oplossing voor deze aandoening.
Doneren mag en kan nog steeds via mijn donatiepagina:
https://supportanddonate.com/doneer-pagina/5389/kom-in-actie-voor-stichting-ushersyndroom

Nu neem ik eerste een paar weken hardlooprust en zal daarna het lopen weer voorzichtig oppakken.

Patrick Loopt Hard

Volg mij ook op:
100 km voor het Ushersyndroom
Strava
Instagram

Laat een antwoord achter aan Fred Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Een gedachte over “Mijn tweede DNF”